Sauna Kachel Systeem:
RVS brandbuis
classic
Dit type brander, met een gasvlam in een buissysteem met onderdruk is in 1984 voor het eerst op de markt gekomen.
Bij een eventuele storing van de ventilator of bij een lekkage in het buis systeem van de kachel stopt de brander automatisch.
De verwarmingsspiraal is de warmtebron waarmee de saunaruimte verwarmd wordt. De hete lucht die door de gasbrander(s) wordt gemaakt, wordt door de ventilator door de buizen gezogen.
Bij de SaunaTechnics gaskachel is de onderdruk ofwel de zuigkracht de drijvende kracht achter de gasbranders. Deze onderdruk wordt door een onderdrukventilator (ook wel vacuümpomp genoemd) aan het einde van het systeem gecreëerd. Tevens dient deze ventilator voor het afvoeren van de rookgassen.
Wanneer er een warmtevraag is, zal de temperatuurregeling de ventilator laten lopen. Als er voldoende zuigkracht ontstaat bij de brander (> 3 – 4 mbar, ideaal 3,5 mbar afhankelijk van het gassoort) zal een luchtdrukschakelaar de voeding (230 V) van de gasbrander inschakelen.
Een brander automaat is het intelligente hart van het sauna gas kachel. Ze regelt wanneer gas mag stromen, ontstoken kan worden en geeft tevens storingssignalen af. Na een voorspoeltijd zal de gasklep geopend worden. Het vrijkomende gas mengt zich met de aangezogen verbrandingslucht tot een brandbaar mengsel. Dit mengsel stroomt door de brander kop tot in de brander buis en wordt ontstoken tot een gasvlam. Een ionisatiebeveiliging controleert of het gas ook daadwerkelijk verbrand wordt. Indien geen vlam ontstaat of als de vlam uit mocht waaien zal de ionisatiepen direct de gastoevoer afsluiten.
Alleen bij voldoende onderdruk zal het gas dus kunnen stromen en kan de brander ontsteken. Bij afwezigheid van onderdruk zal de gasbrander dus uitschakelen en wordt een onveilige situatie voorkomen.
De buizen van de piramide van stalen buizen wordt verhit tot maximaal 350°C. De buizen geven zowel stralings- als convectiewarmte af.
De onderdruk wordt opgewekt met een onderdrukventilator aan het eind van het buizenstelsel. De gebruikte ventilator is een speciale geluidsarme en hittebestendige ventilator (max. 120°C). Eventueel kan met een geluidsdemper het geluid nog verder onderdrukt worden.
Het piramidedeel bestaat uit een stalen buis gelast in een piramidevorm. De piramidevorm zorgt voor een betere warmteafgifte naar boven en een groter contactoppervlak bij een opgietsessie.
Ter bescherming van de afwerking om de kachel wordt geadviseerd een mantel om de kachel te plaatsen. Deze schermt een gemetselde of gelijmde muur af van de infraroodstralingvan de hete kachel. Door deze hitte kunnen op den duur scheuren in het metselwerk ontstaan.
Tevens kan de mantel gebruikt worden om een metaalrooster te bevestigen waar opgietstenen op gelegd kunnen worden.
Vooral bij het gebruik van deze kachel als opgietkachel is het van belang de piramidekachel te vullen met een warmtebuffer. Meestal worden hiervoor (natuur)stenen gebruikt. Doordat deze stenen ook een hoge temperatuur aannemen zal bij het opgieten de kachel niet direct afkoelen en is een goede stoomproductie gegarandeerd.